
Drie pogingen, fameus wat zoekwerk en een overdosis geduld. Dat was nodig om (eindelijk) een nachtzwaluw te vinden bij daglicht. Wanneer de zon stilletjes aan onder is hoor je ze al van ver roepen maar om ze goed en wel te kunnen bekijken, is al snel een ander verhaaltje. Plots begon het te kriebelen om deze zotte vogels een keer te zien bij 'normaal' licht. Wanneer je eens echt het verenpatroon en zijn kenmerkende 'snorharen' kan bekijken. Een moeilijke klus...
Hun verenpatroon is uitstekend gecamoufleerd waardoor de vogel helemaal verdwijnt in zijn natuurlijke habitat. Nachtzwaluwen drukken hun lichaam stevig tegen de tak waarop ze rusten. Door dat te doen, merk je nauwelijks het silhouet van een vogel op. Als je goed - en vooral uiterst oplettend - dode takken afspeurt in de hei, kan je het gelukje om een nachtzwaluw overdag te zien weleens aan je zijde hebben. Maar dan nog, goed kijken... Zelfs als je uitstekend de boel afspeurt is het een kwestie van uniek veel geluk hebben dat je oog op dat beestje mag vallen. Hier en daar vloog er gedurende de schemer al wel eens een nachtzwaluw voorbij, maar meer dan 'simpele' en vage vluchtwaarnemingen waren dat niet. Die momenten zijn leuk, maar niet zo heel bijzonder. Je maakt het mee maar vergeet het alweer 'snel.' Het doel is om de vogel echt te "zien zien".

Typische waarneming van hoe je nachtzwaluw meestal te zien krijgt; in de schemer en postvattend op een tak. Ook deze avond lieten meerdere nachtzwaluwen hun zo bekijken - © Look4Nature
Alhoewel ik het eigenlijk niet verwacht had, stuitte ik dan toch op een nachtzwaluw. Net wanneer ik niet oplettend was voor de vogel, zat ie daar. Mijn aandacht ging die moment naar een ree die langs liep. Toen ik die zocht, zat plots de nachtzwaluw daar. Iets dieper in een bosje maar ik heb hem gezien. Meer moest dat niet zijn. Wel grappig want de pogingen daarvoor keek ik bijna continu naar de takken in de boom terwijl de'n deze rustig op een omgevallen stronk zat.

Eindelijk eens een 'echte' waarneming van deze maffe en geweldig mooie soort - © Look4Nature
Ondanks het hoofdoel afgevinkt kon worden en ik daar al heel blij mee was, werd uiteindelijk dat hoofddoel - de nachtzwaluw vinden - 'slechts' een leuk extraatje. Wat me veel meer aansloeg was opnieuw de omgeving waar ik in terecht kwam. De zon die geleidelijk aan onder de horizon verdwijnt brengt de Kalmthoutse heide in een bangelijke sfeer waarbij je oprecht verbaasd komt te staan van onze natuur.
Naar welke hoek je ook maar kijkt, ze zijn allemaal even sjiek gekleurd en overal zie je wel iets. Een blauwe hemel en een oranje horizon weerspiegelen in de vennen. Omdat je zo geconcentreerd bent op dat totaalplaatje, vergeet je al eens je hoofd te draaien naar een andere kant. Daar vloog immers nog een visarend die in het (aller)laatste avondlicht nog een ferme loebas uit het water haalde. Pas wanneer die kanjer van een vogel voorbij vloog, had ik door dat ik het topmoment van de vangst wellicht net gemist had. Die vangst moest vlakbij en wellicht goed inzicht gebeurd zijn. Maar ja, de concentratie was afwezig... Die zat nog in een van die andere hoeken.

Kalmthoutse heide wanneer de zon de horizon net onder is - © Look4Nature

Hier en daar wordt je aandacht nog getrokken veldleeuweriken, roodborsttapuiten en graspiepers die in het laatste zonlicht foerageren op rondvliegende insecten. Die vogels zie je na hun vluchten neerstrijken op dode takken die in de heide uitsteken. Rond de vogel tekent de zon een oranje gloed die ervoor zorgt dat je er nog meer aandacht aan schenkt dan dat je dat anders zou doen.
Veldleeuwerik in de avondzon - © Look4Nature
Een koppel boomvalken starten hun laatste jachtpoging op de voorbij gierende gierzwaluwen. Een mannetje koekoek vat nog even post op een symbolische tak die hoog boven de heide pronkt. En verspreid langs de paadjes beginnen tientallen heideblauwtjes hun slaapplekje te zoeken voordat de zon definitief zal uitdoven voor de komende uren.
Heideblauwtjes staan op de Rode-Lijst in Vlaanderen. Deze kwetsbare soort komt voor in droge en vochtige heidegebieden. Een reden waarom dit fenomenaal mooi vlindertje minder talrijk aanwezig is, is onder meer omdat de heidegebieden die we in België hebben, versnipperd liggen en dat is een probleem voor een minder mobiele soort zoals het heideblauwtje. Nieuw en potentieel leefgebied is op die manier veel moeilijker bereikbaar. Terrein winnen is bijgevolg een moeilijke opdracht voor dit kleine vlindertje.



Foto's: mannetjes van heideblauwtjes - © Look4Nature
Tijdens de terug-wandeling viel mijn oog nog op een voorbij spurtende muis. Althans, dat was de eerste gedachte toch. Als de prikkel van "ah, een muis... Welke zou het zijn?" na enkele milliseconden verwerkt is, besef je al snel dat het niet om een muis gaat maar om een rugstreeppad. De eerste 'RSP' die mijn pad deze avond kruiste was een volwassen exemplaar. Bij de adulte individuen loont het de moeite om even stil te staan bij de kleur van hun ogen rond de horizontale pupil. Die zijn immers geelgroen-achtig van kleur. Best bijzonder om te zien. De roodbruine wratten langs en op het lichaam maken van de rugstreeppad een leuke verschijning.
Later op de avond liet er zich ook nog een rugstreeppadje dat dit jaar geboren werd even vluchtig bekijken. Ondanks ze dan nog piepklein zijn, zijn ze toch al makkelijk te herkennen. Zoals de naam waarschijnlijk al wel doet vermoeden heeft de rugstreeppad een verticale streep over zijn rug lopen.

Adulte rugstreeppad - © Look4Nature
Rugstreeppadden zijn zeldzaam in ons land en komen voor in gebieden waar her en der nog zandvlakten zijn zonder al te veel begroeiing. In tegenstelling tot de meeste andere amfibieën hebben rugstreeppadden geen nood aan een poel, vijver of een of andere sloot. Een klein plasje is al voldoende om nageslacht in te creëren. Typisch aan die amfibieënsoort is dat ze best snel kunnen lopen voor een amfibie. Vandaar ook de verwarring met een muis.

Juveniele roodborsttapuit - © Look4Nature